Berner Sennen Kennel De Hoge Veluwe

Vacht:

Een Berner sennen pup lijkt een “beertje” met wollig pluishaar. Dit nesthaar wordt na korte tijd vervangen door de definitieve vacht, beginnend bij de staart en langzaam vorderend naar de kop, tot de hele vacht is gewisseld. Van begin af aan is het belangrijk om uw pup te laten wennen aan een dagelijkse borstelbeurt. Die houdt de huid en de vacht in een goede conditie en u vindt weinig hondenharen in huis. Laat uw hond nooit scheren! Later is het voldoende om de hond twee à drie keer per week te borstelen. Vooral achter de oren, op de borst en in de broek kunnen zich snel klitten vormen. Geef die plekjes extra aandacht en knip de klitten eventueel weg. Trek nooit hardhandig met een kam de klitten uit de vacht: uw hond zal daardoor beslist een hekel aan borstelen krijgen.

Gebit:

Een gezond gebit is een voorwaarde om goed te kunnen eten en dus om gezond te blijven. Geef uw hond harde brokken en kauwstaven om tandsteen te voorkomen.

Nagels:

Bij een hond die regelmatig op een harde ondergrond loopt, slijten de nagels meestal vanzelf. Zijn de nagels van de hond te lang, dan kunt u ze knippen met een speciale nagelschaar die in de dierenzaak te koop is.

Ogen:

Dagelijks de ogen schoonmaken door met een tissue de “slaapjes” en opgedroogd oogvocht uit de ooghoeken verwijderen.

Oren:

De oren moeten 1x per week worden schoongemaakt met een schoon, katoenen doekje, natgemaakt met lauw water of babyolie. Schut uw hond regelmatig met zijn kop dan kan dit duiden op een oorontsteking.

Opvoeding:

Het is van groot belang dat uw hond goed is opgevoed en goed luistert. Hierdoor zult u niet alleen zelf meer plezier met hem hebben, ook voor uw omgeving is het veel prettiger. Een pup kan spelenderwijs leren wat wel en wat niet mag. Belonen en consequent zijn vormen hierbij belangrijke hulpmiddelen. Door hem telkens voor goed gedrag te belonen met uw stem, een aai of iets lekkers, zal hij snel leren u te gehoorzamen. Een puppycursus is ook aan te bevelen. Vooral als het uw eerste hond is.

Zindelijkheidstraining:

De basis van het zindelijk maken is het goed in de gaten houden van uw pup. Als u goed oplet, zult u zien dat hij meestal eerst langdurig snuffelt en rondjes draait op dezelfde plek, voordat hij gaat plassen. Pak hem dan rustig op en zet hem buiten op het gras. Beloon hem uitbundig als hij buiten zijn behoefte doet en geef als beloning een hondenkoekje. Ook na het eten of slapen zal uw pup vaak iets doen.. Een bench (kamerkennel) is ook een goed hulpmiddel om een pup ’s nachts zindelijk te maken.

Lichaamsbeweging:

Een hond moet regelmatig uitgelaten worden, maar een jonge Berner mag u niet te zwaar belasten. Hij heeft al zijn energie nodig om sterke botten, pezen en gewrichten op te bouwen. Laat de lengte van de wandeling afhangen van het gedrag van de pup. Wanneer hij door te gaan liggen aangeeft dat hij wil rusten, respecteer dat dan en laat hem even liggen. Sleur hem nooit tegen zijn zin mee! Maak per dag bij voorkeur zes tot acht korte wandelingetjes van 10 minuten en bouw dit langzaam aan op. Lange wandelingen kunnen de gewrichten van een jonge Berner schade berokkenen. Naar mate uw pup ouder wordt mag hij ook langer gaan lopen. Is de hond volwassen dan mag hij net zolang lopen als hij vol kan houden. Het is ook aan te bevelen om de hond aan de riem uit te laten, dit om ervoor te zorgen dat hij rechtlijnig beweegt.

Tips:

  • Laat uw pup het eerste jaar geen trappen lopen en pas op met gladde vloeren.
  • Bestrijd niet alleen de vlooien maar ook de larven.
  • Behandel uw pup tegen teken.
  • Houd het gewicht van de pup in de gaten: overgewicht leidt vaak tot botafwijkingen.
  • Voeg geen supplementen toe aan kant- en klare voeding.
  • Bewegen en verstandig bewegen zijn twee verschillende dingen.
  • Laat uw pup niet met grote, zware honden ravotten.
  • Laat uw pup/hond nooit spelen met een volle maag.
  • Zorg ervoor dat uw hond niet te dik wordt.
  • Laat uw pup het eerste jaar niet achter een balletje of een stok aanrennen en niet op het strand (los zand) lopen.
  • Harde brokken en voldoende kauwmaterialen zorgen voor een goed gebit.